🇪🇸 Tener vervoegen in Spaans: uitleg en voorbeelden
Nov 17, 2025Het Spaanse werkwoord tener betekent hebben, en je gebruikt het voor zinnen zoals: ik heb honger, ik heb dorst, ik heb het koud, ik heb zin om te en nog veel meer. Kortom: tener is een van de belangrijkste werkwoorden die je als beginner moet kennen.
In deze blog leer je de vervoegingen van tener in de vier tijden die je het vaakst tegenkomt als je Spaans leert:
- tegenwoordige tijd (presente)
- verleden tijd 1 (pretérito imperfecto)
- verleden tijd 2 (pretérito indefinido)
- toekomende tijd (futuro simple)
Bij elke tijd vind je de vervoeging per persoon met een duidelijke voorbeeldzin en vertaling. Zo kun je meteen zien hoe je tener in een echte zin gebruikt.
🎁 Gratis minicursus Spaans: leer de basis met video’s, app en oefeningen.
👉 https://www.overalspaans.nl/gratiscursus
Waarom is tener zo belangrijk om te leren?
Tener komt in bijna ieder gesprek voor. Je gebruikt het om te praten over leeftijd, gevoelens, verplichtingen en dagelijkse situaties. Daarom staat tener ook in onze lijst met de belangrijkste Spaanse werkwoorden.
Wil je eerst de basis van het vervoegen herhalen? Lees dan onze stap voor stap uitleg: 👉 Spaanse werkwoorden vervoegen
📘 Vervoegingen van tener in de presente
Dit is de tijd die je het meest gebruikt. Let op: tener is onregelmatig in de ik-vorm en heeft enkele klinkerwissels.
- yo tengo
Tengo hambre
(Ik heb honger) - tú tienes
Tienes tiempo
(Je hebt tijd) - él ella usted tiene
Ella tiene frío
(Zij heeft het koud) - nosotros tenemos
Tenemos una casa en España
(Wij hebben een huis in Spanje) - vosotros tenéis
Tenéis suerte
(Jullie hebben geluk) - ellos ellas ustedes tienen
Ellos tienen clase hoy
(Zij hebben vandaag les)
Heb je de persoonlijke voornaamwoorden nog niet helemaal onder knie? Lees dan onze blog over de Spaanse persoonlijke voornaamwoorden.
Wil je meer oefenen met uitspraak? Lees dan Leer een goede Spaanse uitspraak.
📙 Vervoegingen van tener in de pretérito imperfecto
Je gebruikt deze tijd voor gewoontes of voortdurende situaties in het verleden, bijvoorbeeld vroeger of altijd.
- yo tenía
De niño tenía muchos juguetes
Als kind had ik veel speelgoed - tú tenías
Tenías una bici azul
Je had een blauwe fiets - él ella usted tenía
Él tenía mucho werk
Hij had veel werk - nosotros teníamos
Siempre teníamos vacaciones en julio
Wij hadden altijd in juli vakantie - vosotros teníais
Teníais una casa grande
Jullie hadden een groot huis - ellos ellas ustedes tenían
Ellos tenían un perro
Zij hadden een hond
📗 Vervoegingen van tener in de pretérito indefinido
Deze tijd gebruik je voor gebeurtenissen die op een specifiek moment plaatsvonden en zijn afgerond. De vorm van tener is hier onregelmatig.
- yo tuve
Ayer tuve una reunión
gisteren had ik een vergadering - tú tuviste
¿Tuviste tijd?
Had je tijd? - él ella usted tuvo
Usted tuvo un problema
U had een probleem - nosotros tuvimos
Tuvimos visita el domingo
Wij hadden zondag visite - vosotros tuvisteis
¿Tuvisteis clase?
Hadden jullie les? - ellos ellas ustedes tuvieron
Ellos tuvieron suerte
Zij hadden geluk
Meer uitleg nodig over deze tijd? Bekijk de handleiding over de pretérito indefinido.
📒 Vervoegingen van tener in de futuro simple
Gebruik je om te zeggen wat er gaat gebeuren in de toekomst.
- yo tendré
Mañana tendré más tijd
Morgen zal ik meer tijd hebben - tú tendrás
Tendrás muchas oportunidades
Je zal veel kansen hebben - él ella usted tendrá
Él tendrá un coche
Hij krijgt binnenkort een auto - nosotros tendremos
Tendremos una reunión mañana
Wij hebben morgen een vergadering - vosotros tendréis
Tendréis mucho trabajo mañana
Jullie zullen morgen veel werk hebben - ellos ellas ustedes tendrán
Ustedes tendrán todas las instrucciones
Jullie (u meervoud) zullen alle instructies hebben
Meer over deze tijd vind je in onze uitleg over de futuro simple.
Je hebt al gemerkt dat het werkwoord tener erg onregelmatig is.
En heel eerlijk... de belangrijkste Spaanse werkwoorden zijn bijna allemaal onregelmatig🙈
Benieuwd welke dat allemaaal zijn, mét alle vervoegingen erbij? Bekijk dan onze blog over de belangrijkste Spaanse onregelmatige werkwoorden.
Overzicht: tener in vier tijden
Veelgebruikte combinaties met tener
Tener wordt veel gebruikt in vaste uitdrukkingen. Enkele veelvoorkomende voorbeelden:
- tener hambre honger hebben
- tener años hoe oud je bent.
- tener sed dorst hebben
- tener frío calor het koud warm hebben
- tener miedo bang zijn
- tener prisa haast hebben
- tener que + infinitief iets moeten doen
Ejemplo: Tengo que estudiar (ik moet studeren)
Veelgemaakte fout met tener
Een veelgemaakte fout is dat tener wordt gebruikt met het voltooid deelwoord, omdat we in het Nederlands zeggen "ik heb gegeten'. Het voelt dan natuurlijk om te zeggen tengo comido, maar dat is niet juist. Voor het voltooid deelwoord gebruiken we het hulpwerkwoord haber. Hier lees je hoe het Spaanse voltooid deelwoord precies werkt.
Lees ook: Ser of estar? een van de lastigste keuzes voor Nederlandstaligen.
Oefening: vertaal naar het Spaans
- Ik heb honger.
- Wij hadden een hond.
- Hij had gister een probleem.
- Morgen zal ik tijd hebben.
- Heb jij geluk?
Een paar witregels, zodat we de antwoorden niet direct kunnen zien😉
Antwoorden
- Tengo hambre.
- Teníamos un perro.
- Él tuvo un problema ayer.
- Mañana tendré tijd.
- ¿Tienes suerte?
Verder oefenen?
- 📘 Vervoeging van Spaanse werkwoorden
- 📗 Onregelmatige werkwoorden
- 📙 10 Spaanse werkwoorden die je moet kennen
📘 Spaans leren spreken?
✨ Of bekijk het volledige overzicht: Bekijk alle cursussen Spaans
📘 Bekijk ook onze hubpagina Spaans leren met alle blogs en tips.
Saludos
Lusiana y Leroy ❤️
🇪🇸 KRIJG ONZE GRATIS ONLINE CURSUS SPAANS! 🇪🇸
De leukste en beste manier om goed Spaans te leren spreken
✅ Gratis (en heel leuk!❤️)
✅ Videolessen, quizzen, podcasts en ebooks.
✅ Persoonlijke hulp in onze online leeromgeving (en ja, ook gratis!)
Na aanmelden ontvang je jouw inlogcode en instructies via email.
Al meer dan 30.000 mensen doen mee, jij ook?
We zullen jouw informatie nooit verkopen, om welke reden dan ook.