🇪🇸 Estar vervoegen in het Spaans: 4 tijden mét voorbeelden

Nov 18, 2025
Thumbnail estar in het Spaans

Het Spaanse werkwoord estar betekent zijn, en je gebruikt het in veel situaties, zoals: ik ben moe, zij is thuis, wij zijn klaar, het eten is warm en nog veel meer. Kortom: estar is een van de belangrijkste Spaanse werkwoorden om goed te begrijpen, vooral omdat we het niet moeten verwarren met ser (wat ook 'zijn' betekent).

In deze blog leer je de vervoegingen van estar in de vier tijden die je het vaakst gebruikt als je Spaans spreekt.

  • tegenwoordige tijd (presente)
  • verleden tijd 1 (pretérito imperfecto)
  • verleden tijd 2 (pretérito indefinido)
  • toekomende tijd (futuro simple)

Bij elke tijd vind je de vervoeging per persoon met een duidelijke voorbeeldzin en vertaling. Zo zie je meteen hoe je estar in echte zinnen gebruikt.

🎁 Gratis minicursus Spaans: leer de basis met video’s, app en oefeningen.
👉 https://www.overalspaans.nl/gratiscursus

Waarom is estar zo belangrijk om te leren?

Estar gebruik je om te praten over locaties, toestanden, gevoelens, emoties en posities. Veel beginners verwarren het met ser, daarom raden we je aan om ook onze blog te lezen over ser of estar.

Wil je de basis van het vervoegen eerst herhalen? Lees dan onze stap voor stap uitleg: 👉 Spaanse werkwoorden vervoegen

📘 Vervoegingen van estar in de presente

Let op: estar heeft accenttekens in bijna alle vormen, behalve in yo en nosotros.

  • yo estoy
    Estoy cansado
    (Ik ben moe)
  • tú estás
    ¿Estás en casa?
    (Ben je thuis?)
  • él ella usted está
    Ella está contenta
    (Zij is blij)
  • nosotros estamos
    Estamos listos
    (Wij zijn klaar)
  • vosotros estáis
    ¿Estáis preparados?
    (Zijn jullie voorbereid?)
  • ellos ellas ustedes están
    Ellos están aquí
    (Zij zijn hier)

Wil je meer weten over de persoonlijke voornaamwoorden? Bekijk dan onze uitleg over Spaanse persoonlijke voornaamwoorden.

📙 Vervoegingen van estar in de pretérito imperfecto

Deze tijd gebruik je voor gewoontes of voortdurende situaties in het verleden.

  • yo estaba
    Ayer estaba muy cansado
    (Gisteren was ik heel moe)
  • tú estabas
    Estabas siempre en el parque
    (Je was vroeger altijd in het park)
  • él ella usted estaba
    Él estaba enfermo
    (Hij was ziek)
  • nosotros estábamos
    Estábamos en casa
    (Wij waren thuis)
  • vosotros estabais
    Estabais muy ocupados
    (Jullie waren erg druk)
  • ellos ellas ustedes estaban
    Ellos estaban cocinando
    (Zij waren aan het koken)

📗 Vervoegingen van estar in de pretérito indefinido

Gebruik deze tijd voor afgeronde gebeurtenissen op een specifiek moment. Estar is hier onregelmatig.

  • yo estuve
    Ayer estuve in Madrid
    (Gisteren was ik in Madrid)
  • tú estuviste
    ¿Estuviste en clase?
    (Was je in de les?)
  • él ella usted estuvo
    Ella estuvo enfadada
    (Zij was boos)
  • nosotros estuvimos
    Estuvimos en la reunión
    (Wij waren bij de vergadering)
  • vosotros estuvisteis
    ¿Estuvisteis aquí ayer?
    (Waren jullie hier gisteren?)
  • ellos ellas ustedes estuvieron
    Ellos estuvieron en el supermercado
    (Zij waren in de supermarkt)

Meer uitleg over deze tijd? Bekijk onze gids: pretérito indefinido.

📒 Vervoegingen van estar in de futuro simple

Gebruik je om te zeggen waar of hoe iets zal zijn.

  • yo estaré
    Mañana estaré en casa
    (Morgen zal ik thuis zijn)
  • tú estarás
    Estarás muy contento
    (Je zal heel blij zijn)
  • él ella usted estará
    Ella estará lista
    (Zij zal klaar zijn)
  • nosotros estaremos
    Estaremos allí pronto
    (Wij zullen daar binnenkort zijn)
  • vosotros estaréis
    Estaréis en España
    (Jullie zullen in Spanje zijn)
  • ellos ellas ustedes estarán
    Ellos estarán preparados
    (Zij zullen voorbereid zijn)

Lees meer over deze tijd in: futuro simple.

Wil je ook het belangrijke onregelmatige werkwoord tener (hebben) leren in deze 4 tijden? Bekijk dan onze blog tener vervoegd in 4 tijden. De meeste belangrijke werkwoorden zijn onregelmatig, lees dus ook vooral deze blog over de 10 belangrijkste Spaanse onregelmatige werkwoorden.

📊 Overzicht: estar vervoegen in vier Spaanse tijden

Infographic met de vervoegingen van estar in vier Spaanse tijden: presente, imperfecto, indefinido en futuro simple. Ideaal voor beginners die Spaanse werkwoorden willen oefenen.
Overzicht van de vervoegingen van estar in de vier belangrijkste Spaanse tijden: presente, imperfecto, indefinido en futuro simple.

Veelgemaakte fout met estar

Een veelgemaakte fout is het verwarren van ser en estar. In het Nederlands zeg je simpelweg “zijn”, maar in het Spaans moet je kiezen:

  • ser = kenmerken, afkomst, beroepen, relaties, tijd datum
  • estar = locatie, emoties, toestand, positie, acties in uitvoering

Lees onze uitgebreide uitleg hier: Wanneer gebruik je ser of estar

Ook wordt estar vaak verkeerd gecombineerd met het voltooid deelwoord. Lees hier hoe het voltooid deelwoord precies werkt.

Oefening: vertaal naar het Spaans

  1. Ik ben thuis.
  2. Hij was ziek. (voortdurend)
  3. Wij waren gister in Madrid.
  4. Morgen zal ik blij zijn.
  5. Ben jij klaar

 

 

Een paar witregels zodat we niet kunnen spieken😉

 

 

Antwoorden

  1. Estoy en casa.
  2. Él estaba enfermo.
  3. Ayer estuvimos en Madrid.
  4. Mañana estaré contento.
  5. ¿Estás listo

Verder oefenen

📘 Spaans leren spreken

✨ Of bekijk het volledige overzicht: Bekijk alle cursussen Spaans

📘 Bezoek ook onze hubpagina Spaans leren met alle blogs en tips.

Saludos
Lusiana y Leroy ❤️

 

🇪🇸 KRIJG ONZE GRATIS ONLINE CURSUS SPAANS! 🇪🇸

De leukste en beste manier om goed Spaans te leren spreken

Gratis (en heel leuk!❤️)
Videolessen, quizzen, podcasts en ebooks.
Persoonlijke hulp in onze online leeromgeving (en ja, ook gratis!)

Na aanmelden ontvang je jouw inlogcode en instructies via email.

Al meer dan 30.000 mensen doen mee, jij ook?

We zullen jouw informatie nooit verkopen, om welke reden dan ook.