🇪🇸 Decir (zeggen) in het Spaans: uitleg & vervoegingen

Hoe zeg je ‘zeggen’ in het Spaans? Dat doe je met het werkwoord decir

Het Spaanse werkwoord decir betekent zeggen of vertellen, en het is een van de meest gebruikte werkwoorden in dagelijkse gesprekken. Je hoort het werkelijk overal: in vragen, in verhalen en in alledaagse zinnen zoals “¿qué dijiste?” (wat zei je?) of “te quiero decir algo” (ik wil je iets vertellen)

Decir is bovendien onregelmatig, wat betekent dat het werkwoord niet op de standaardwijze wordt vervoegd. Wil je ook andere belangrijke onregelmatige werkwoorden zien? Bekijk dan onze blog over de 10 belangrijkste onregelmatige Spaanse werkwoorden

🎁 Gratis minicursus Spaans: leer de basis met leuke video's en oefeningen, er zit zelfs een app bij
👉 https://www.overalspaans.nl/gratiscursus

📚 Inhoudsopgave (klik om naar onderdeel te gaan)

• Waarom is decir zo belangrijk?
• Presente – decir in de tegenwoordige tijd
• Pretérito imperfecto – voortdurende verleden tijd
• Pretérito indefinido – afgeronde verleden tijd
• Futuro simple – toekomende tijd
• Overzicht van decir
• Veelgemaakte fout: decir vs. contar
• Oefening
• Antwoorden
• Andere onregelmatige werkwoorden
• Spaans leren spreken (cursussen)
• Conclusie

Waarom is het werkwoord decir zo belangrijk?

Veelvoorkomend in dagelijkse gesprekken

Je gebruikt decir om iets te vertellen, iemand te vragen wat ze zeiden of om aan te geven wat iemand anders zegt. Ga maar eens na hoe vaak je het werkwoord 'zeggen' in het Nederlands gebruikt, vaak toch? Kijk maar eens naar een aantal voorbeelden:

• ¿Qué dices? — Wat zeg je?
• Te quiero decir algo — Ik wil je iets vertellen
• Mi madre dice que hace frío — Mijn moeder zegt dat het koud is
• Como te decía… — Zoals ik je al vertelde…

Weet je nog niet hoe je regelmatige werkwoorden moet vervoegen? Bekijk dan zeker onze gids 👉 Spaanse werkwoorden vervoegen

📘 Presente — decir (zeggen) in de tegenwoordige tijd

Onregelmatigheden in de presente

Decir is in de presente onregelmatig in de yo-vorm en heeft een klinkerwisseling (e → i) in meerdere vormen

• yo digo
  Siempre digo la verdad — Ik zeg altijd de waarheid
• tú dices
  ¿Qué dices? — Wat zeg je?
• él / ella / usted dice
  Ella dice que no puede — Zij zegt dat ze niet kan
• nosotros decimos
  Decimos lo mismo — We zeggen hetzelfde
• vosotros decís
  ¿Qué decís vosotros? — Wat zeggen jullie?
• ellos / ellas / ustedes dicen
  Dicen que llega mañana — Zij zeggen dat hij morgen arriveert

Wil je alles weten over de Spaanse persoonlijke voornaamwoorden? Bekijk dan 👉 Persoonlijke voornaamwoorden

📙 Pretérito imperfecto — decir (zeggen) in de voortdurende verleden tijd

Wanneer gebruik je imperfecto

Gebruik de imperfecto om gewoontes, achtergrondinformatie of herhaalde situaties in het verleden te beschrijven

• yo decía
  Siempre decía lo mismo — Ik zei altijd hetzelfde
• tú decías
  Decías que ibas a venir — Je zei dat je zou komen
• él / ella / usted decía
  Mi abuela decía muchas historias — Mijn oma vertelde veel verhalen
• nosotros decíamos
  Decíamos la verdad — Wij zeiden de waarheid
• vosotros decíais
  Decíais tonterías — Jullie zeiden onzin
• ellos / ellas / ustedes decían
  Decían que era fácil — Zij zeiden dat het makkelijk was

📗 Pretérito indefinido — decir (zeggen) in de afgeronde verleden tijd

Onregelmatige stam: dij

Gebruik deze tijd voor wanneer iemand iets heeft gezegd op een specifiek moment in het verleden
In de indefinido is decir sterk onregelmatig: de stam verandert in dij

• yo dije
  Te dije la verdad — Ik heb je de waarheid gezegd / verteld
• tú dijiste
  ¿Qué dijiste? — Wat zei je?
• él / ella / usted dijo
  Ella dijo que sí — Zij zei ja
• nosotros dijimos
  Dijimos todo — We hebben alles gezegd
• vosotros dijisteis
  ¿Lo dijisteis vosotros? — Hebben jullie het gezegd?
• ellos / ellas / ustedes dijeron
  Dijeron que no — Ze zeiden van niet

Wil je alles leren over deze vorm van de verleden tijd? Bekijk dan 👉 Pretérito indefinido

📒 Futuro simple — decir (zeggen) in de toekomende tijd

Onregelmatige stam: dir

In de futuro simple krijgt decir een onregelmatige stam: dir

• yo diré
  Te lo diré mañana — Ik zal het je morgen zeggen
• tú dirás
  ¿Qué dirás? — Wat zul je zeggen?
• él / ella / usted dirá
  Ella dirá la verdad — Zij zal de waarheid zeggen
• nosotros diremos
  Diremos lo que pasó — We zullen zeggen wat er gebeurde
• vosotros diréis
  ¿Diréis algo? — Zullen jullie iets zeggen?
• ellos / ellas / ustedes dirán
  Dirán que sí — Zij zullen ja zeggen

Wil je weten hoe je werkwoorden vervoegt in de toekomende tijd? Bekijk dan 👉 Futuro simple

Zeggen in het Spaans: overzicht van decir

Veelgemaakte fout: decir vs. contar

Het verschil tussen beide werkwoorden

Veel studenten verwarren decir en contar. Ze lijken op elkaar, maar betekenen niet hetzelfde

• decir → zeggen / vertellen (woorden uitspreken, veelgebruikt)
• contar → vertellen (een verhaal vertellen, minder frequent)

Voorbeelden:

• Me dices la verdad — Je zegt (vertelt) me de waarheid
• Me cuentas una historia — Je vertelt me een verhaal

Oefening: vertaal naar het Spaans

Probeer zelf de juiste vormen in te vullen

1. Wat zeg jij?
   ¿Qué .....?
2. Hij zei dat hij niet kon komen
   Él ..... que no podía venir
3. Wij zeiden altijd hetzelfde
   Siempre ..... lo mismo
4. Ik zal je morgen alles vertellen
   Te ..... todo mañana
5. Zij zegt dat het belangrijk is
   Ella ..... que es importante

Antwoorden

1. ¿Qué dices?
2. Él dijo que no podía venir
3. Siempre decíamos lo mismo
4. Te diré todo mañana
5. Ella dice que es importante

Andere belangrijke onregelmatige Spaanse werkwoorden

Wil je verder oefenen met andere veelgebruikte onregelmatige werkwoorden? Hieronder vind je handige gidsen met alle vervoegingen

• 📘 Ser vervoegen in 4 tijden
• 📗 Estar vervoegen in 4 tijden
• 📙 Tener vervoegen in 4 tijden
• 📕 Ir vervoegen in 4 tijden

📘 Spaans leren spreken (onze volledige cursussen)

Wil je vloeiend Spaans leren spreken, met persoonlijke begeleiding en levenslang toegang? Bekijk dan ook onze volledige cursussen voor alle niveau's

• 🟠 Beginnerscursus Spaans A1 A2
• 🟡 Spaans voor semi gevorderden B1 B2
• 🔵 Spaans voor gevorderden C1

✨ Bekijk hier alle cursussen: Volledig cursusoverzicht

📚 Meer leren? Bezoek onze hubpagina Spaans leren

Conclusie

Decir is een van de meest gebruikte werkwoorden in het Spaans en onmisbaar in echte gesprekken. Door de vier belangrijkste tijden te beheersen kun je dit werkwoord toepassen in vrijwel alle dagelijkse situatie.

Saludos
Lusiana y Leroy ❤️