Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden in het Spaans uitgelegd 🇪🇸

In het Nederlands is het verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden meestal duidelijk: je zegt “een mooie dag” (bijvoeglijk naamwoord) en “ze zingt mooi” (bijwoord). Maar in het Spaans wordt dit onderscheid vaak een valkuil voor Nederlandstaligen 😅

Veel studenten zeggen per ongeluk “habla bueno” in plaats van “habla bien”, en dat is precies het verschil dat we vandaag gaan uitleggen. Meer leren over het verschil tussen 'bueno' en 'bien? Lees ook onze blog Bien of Bueno?

🎁 Gratis minicursus Spaans: leer de basis met leuke video's en oefeningen (inclusief app!).
👉 https://www.overalspaans.nl/gratiscursus

Het verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

Een bijvoeglijk naamwoord (adjetivo) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (persoon of ding). Een bijwoord (adverbio) zegt iets over een werkwoord of een ander bijvoeglijk naamwoord.

📘 Infographic: verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden in het Spaans – met uitleg en voorbeelden (Ella es buena / Ella canta bien)

Hoe herken je ze in het Spaans?

Het is gelukkig niet moeilijk om ze te herkennen. De meeste bijwoorden eindigen op -mente (vergelijkbaar met het Nederlandse “-lijk”). Bijvoorbeeld:

• rápido → rápidamente = snel → snel(lijk)
• lento → lentamente = langzaam → langzaam(lijk)
• feliz → felizmente = gelukkig → gelukkig(lijk)

Maar let op: niet alle bijwoorden eindigen op -mente! Woorden zoals bien, mal, hoy, aquí en muy zijn ook bijwoorden, zonder dat ze deze uitgang hebben.

👉 En nog iets interessants: sommige woorden kunnen zowel bijvoeglijk naamwoord als bijwoord zijn, zoals rápido. Je kunt dus zeggen “un coche rápido” (een snelle auto) én “conduce rápido” (hij rijdt snel). Het woord verandert niet van vorm, maar de functie in de zin wél. 🇪🇸
'rápido' en 'rápidamente' worden beide geaccepteerd als bijwoord en betekenen hetzelfde.

Wil je alvast de belangrijkste bijvoeglijke naamwoorden leren? Bekijk dan ook onze blog Bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans.

Typische fouten van Nederlandstaligen

Veel Nederlanders maken de fout om een bijvoeglijk naamwoord te gebruiken waar een bijwoord hoort. Bijvoorbeeld:

Benieuwd welke andere fouten Nederlandstaligen vaak maken? Bekijk dan onze blog 10 veelgemaakte fouten bij het Spaans leren 

Handige tip om het verschil te onthouden

💡 Vraag jezelf af: beschrijft het woord een ding of een actie?

• Als het iets over een persoon of ding zegt → gebruik een bijvoeglijk naamwoord.
• Als het iets over een handeling zegt → gebruik een bijwoord.

👉 In het Spaans passen bijvoeglijke naamwoorden zich aan aan het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord, maar bijwoorden blijven altijd hetzelfde.

Dus het bijvoeglijk naamwoord past zich aan:
'El niño es alto'
'Los niños son altos'
'La niña es alta'
'Las niñas son altas'

Maar het bijwoord niet:
'Los niños corren rápido'
'La niña corre rápido' 

Oefening: kies de juiste vorm

Kies de juiste Spaanse zin:

1. Ella canta ______. (bien / buena)
2. Es un coche muy ______. (rápido / rápidamente)
3. Ella habla ______ con sus amigos. (clara / claramente)
4. Mi madre cocina ______. (bueno / bien)
5. Tengo una casa ______. (bonita / bonitamente)
   
   De antwoorden staan iets verder naar beneden, zodat je niet kunt spieken😉

🎁 Wil je meer oefenen? Doe mee met onze gratis minicursus Spaans – inclusief oefeningen, video's en app!

Samenvatting

• Een bijvoeglijk naamwoord (adjetivo) beschrijft een persoon of ding.
• Een bijwoord (adverbio) beschrijft een actie of handeling.
• Bijwoorden eindigen vaak op -mente, maar niet altijd (zoals bien of mal of rápido).
• Rápido kan zowel bijwoord als bijvoeglijk naamwoord zijn, afhankelijk van de context.
• Letterlijk vertalen van het Nederlands naar het Spaans zorgt hier vaak voor fouten.

Antwoorden oefening

1. ✅ bien
2. ✅ rápido
3. ✅ claramente
4. ✅ bien
5. ✅ bonita

Verder oefenen?

• 📘 Lees ook onze blog Bien of Bueno? – over het verschil tussen deze twee woorden.
• 💡 Herhaal de basis in onze blog Bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans.
• 📚 Wil je weten hoe je verleden tijd gebruikt? Lees Spaanse verleden tijd: pretérito indefinido uitgelegd.

📘 Vloeiend Spaans leren spreken?

Gebruik deze blog als opstap om verder te leren met onze online cursussen. Of je nu net begint of al gevorderd bent — je leert stap voor stap vloeiend Spaans spreken met persoonlijke begeleiding van twee docenten.

• 🟠 Beginnerscursus Spaans (A1–A2)
• 🟡 Cursus Spaans voor semi-gevorderden (B1–B2)
• 🔵 Cursus Spaans voor gevorderden (C1)

✨ Of bekijk het volledige overzicht: Bekijk alle cursussen Spaans.

📘 Wil je een compleet overzicht van al onze blogs, gratis lesmateriaal en cursussen? Bezoek dan onze hubpagina Spaans leren – hier vind je al onze blogs, handig op een rijtje gezet.

Saludos,
Lusiana y Leroy ❤️