🇪🇸De Spaanse voorwaardelijke tijd (condicional): alles over de “zou”-vorm

De condicional is een van de meest gebruikte tijden in het Spaans. Het is de tijd die je gebruikt als je in het Nederlands het woord “zou” zegt. Bijvoorbeeld: ik zou gaan → iría, of ik zou willen → querría.

Het is een makkelijke tijd om te leren, want je hoeft maar één rijtje met vervoegingen te onthouden. In deze blog leer je stap voor stap hoe de condicional werkt, wanneer je hem gebruikt, en hoe je fouten voorkomt.

🎁 Gratis minicursus Spaans: leer de basis met video’s, app en oefeningen.
👉 https://www.overalspaans.nl/gratiscursus

Wat is de condicional?

De condicional is een voorwaardelijke tijd in het Spaans. Je gebruikt hem om te praten over iets dat zou kunnen gebeuren of dat afhankelijk is van een voorwaarde.

In het Nederlands herken je het meteen: de meeste zinnen met “zou” of “zouden” vertaal je in het Spaans met de condicional.

• Yo iría a España si tuviera dinero. → Ik zou naar Spanje gaan als ik geld had.
• ¿Qué harías tú? → Wat zou jij doen?
• Nos gustaría vivir en Valencia. → We zouden graag willen wonen in Valencia.

Wanneer gebruik je de condicional?

De condicional gebruik je in twee situaties:

1. Om beleefdheid uit te drukken:
   Me gustaría un café, por favor. → Ik zou graag een koffie willen. (net zoals in het Nederlands)
2. Om iets hypothetisch te zeggen:
   Si tuviera tiempo, viajaría más. → Als ik tijd had, zou ik meer reizen. (net zoals in het Nederlands)
   'Tuviera' staat hier in de 'subjuntivo imperfecto', deze tijd leer je in onze gevorderdencursus.

Maar let goed op!

In het Nederlands gebruiken we “zou” ook om te praten over iets wat niet is gebeurd,  een plan of intentie die uiteindelijk niet doorging. In dat geval gebruik je in het Spaans niet de condicional, maar de imperfecto van “ir” + a + infinitief.

• Ik zou gaan hardlopen, maar het regende. → Iba a correr, pero llovió.
• Jij zou toch koken? → ¿Tú ibas a cocinar, no?

👉 Dus: gebruik ir + a + infinitief om te praten over plannen die niet zijn uitgekomen, en de condicional voor dingen die zouden kunnen gebeuren.

Hoe maak je de condicional in het Spaans?

Goed nieuws: de condicional is een van de makkelijkste tijden om te leren. Je hoeft geen nieuwe stam te leren, je neemt gewoon de hele infinitief van het werkwoord en plakt er de juiste uitgang achter.

Deze uitgangen zijn hetzelfde voor werkwoorden op -ar, -er en -ir:

📊 Overzicht: Spaanse werkwoorden in de condicional

In deze infographic zie je de uitgangen van de Spaanse werkwoorden in de condicional, met als voorbeeld het werkwoord "hablar".

📘 Overzicht: alle uitgangen van de Spaanse werkwoorden in de condicional met het werkwoord hablar.

Voorbeelden:

• hablar → hablaría, hablarías, hablaría, hablaríamos, hablaríais, hablarían
• comer → comería, comerías, comería, comeríamos, comeríais, comerían
• vivir → viviría, vivirías, viviría, viviríamos, viviríais, vivirían

Onregelmatige werkwoorden in de condicional

Veel onregelmatige werkwoorden hebben dezelfde stam als in de toekomende tijd (futuro simple). Daarna voeg je gewoon de condicional-uitgangen toe.

Wil je oefenen met deze werkwoorden? Lees dan onze blog 10 Spaanse werkwoorden die je moet kennen en ontdek waarom juist deze zo vaak in de condicional voorkomen.

Verschil tussen “zou” in het Nederlands en de condicional in het Spaans

In het Nederlands maken we de “zou”-vorm met het hulpwerkwoord “zouden” + infinitief. In het Spaans is dat één woord, een vervoegde vorm van het hoofdwerkwoord zelf. Tsja... Spanjaarden zijn dol op vervoegingen😉

Veelgemaakte fouten met de condicional

• 🇪🇸 Verwarren met de imperfecto (verleden tijd). De condicional gaat altijd over iets dat nog niet is gebeurd, maar zou kunnen gebeuren.
• 🇪🇸 Altijd de condicional gebruiken waar in het Nederlands 'zou' staat, terwijl we soms juist 'ir + a + infinitief' in de imperfecto daarvoor moeten gebruiken.
• 🇪🇸 De uitgang -ía vergeten of verkeerde stam gebruiken (bijv. *deciría* i.p.v. *diría*).

Lees ook onze blog 10 veelgemaakte fouten bij het Spaans leren om dit soort valkuilen te voorkomen.

Oefening: vertaal naar het Spaans

1. Ik zou graag naar Spanje reizen.
2. Wat zou jij doen?
3. We zouden meer Spaans spreken als we tijd hadden.
4. Zij zouden in Spanje wonen.
5. Ik zou willen eten.

🎁 Benieuwd wat je niveau is, of wil je graag eerst onze gratis cursus volgen? Doe onze gratis taaltest Spaans en ontdek welk niveau je hebt. Of start direct met onze gratis minicursus Spaans.

Een paar witregels, zodat we niet kunnen spieken😉

Antwoorden

1. Viajaría a España.
2. ¿Qué harías tú?
3. Hablaríamos más español si tuviéramos tiempo.
4. Vivirían en España.
5. Querría comer.

Verder oefenen?

• 📘 Lees ook onze uitleg over de verleden tijd in het Spaans.
• 📗 Bekijk de uitleg over Spaanse werkwoorden vervoegen om de tegenwoordige tijd te oefenen.
• 💡 Oefen met luisteren en spreken in onze blog Vloeiend Spaans spreken met AI.

📘 Vloeiend Spaans leren spreken?

Gebruik deze blog als opstap om verder te leren met onze online cursussen. Of je nu net begint of al gevorderd bent, je leert stap voor stap vloeiend Spaans spreken met persoonlijke begeleiding van twee docenten.

• 🟠 Beginnerscursus Spaans (A1–A2)
• 🟡 Cursus Spaans voor semi-gevorderden (B1–B2)
• 🔵 Cursus Spaans voor gevorderden (C1)

✨ Of bekijk het volledige overzicht: Bekijk alle cursussen Spaans.

📘 Bekijk ook onze hubpagina Spaans leren met alle blogs en tips om sneller vloeiend Spaans te spreken.

Saludos,
Lusiana y Leroy ❤️